De adolescent die op zoek is naar een eigen identiteit komt vaak in conflict met zijn of haar ouders. In de meeste gezinnen worden de problemen zonder hulp van buitenaf opgelost, maar soms ontstaan er ondraaglijke spanningen of escalaties van probleemgedragingen. Als hulpverleners de taak van de ouders overnemen, is vervreemding van het eigen milieu een van de mogelijke schadelijke gevolgen. In dit boek wordt een methode aangereikt om de conflicten op te lossen waar ze ontstaan; op deze wijze wordt de waarde van het gezin als springplank naar echte zelfstandigheid ten volle erkend. In het eerste deel worden de theoretische uitgangspunten en modellen behandeld: wat is probleemgedrag en hoe wordt het veroorzaakt? Hoe stelt men een diagnose en welk model beschrijft het best de gezinsinteracties? Hoe verloopt gezinstherapie in gezinnen met adolescenten en wanneer kunnen gedragscontracten worden gebruikt? Tenslotte wordt de opzet van een project voor ambulante hulpverlening uitvoerig toegelicht.
In deel twee wordt de hulpverleningsmethode aan de hand van een uitgebreide gevalsbespreking uiteengezet. Door zo getrouw mogelijk de tien stappen van het proces weer te geven, wordt duidelijk hoe de theorie in de praktijk toegepast kan worden.
204 pagina's
eerste druk, tweede oplage, 1986
Conditie Boek: Redelijk
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.
Gegevens worden naar de server verzonden